executieve functies

Waarom lijkt leren bij de een zo makkelijk te gaan en bij de ander zo moeizaam? Waarom begint de een op tijd en de ander te laat (of niet)? Dit heeft alles te maken met het kunnen controleren en aansturen van het leerproces. Dit doe je met je executieve functies.

Executieve functies of vaardigheden zijn al die regelfuncties van de hersenen die essentieel zijn voor het realiseren van doelgericht en aangepast gedrag. Met deze functies bepalen we onder andere het doel van ons handelen en gedrag, richten we onze aandacht en plannen onze handelingen. We reguleren er onze emoties, motivatie en alertheid mee. Goed ontwikkelde executieve vaardigheden zijn dan ook de steunpilaren van ons leerproces.

Executieve functies vormen en ontwikkelen zich door zowel fysieke veranderingen in de hersenen als door levenservaringen. Deze worden door kinderen opgedaan in relatie met anderen, op school, thuis en in de wereld. 

EXECUTIEVE FUNCTIES OP BASISSCHOOL DE JONGE HELDEN 

Binnen Basisschool De Jonge Helden worden executieve vaardigheden expliciet getraind. De school volgt hierbij de indeling vanuit het Project Jonge Kind van SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling). De SLO hanteert het model uit het boek 'Slim maar...' van Dawson en Guare (2009) waarin 11 vaardigheden beschreven staan. Te weten:

  1. reactie (of respons-)inhibitie: het vermogen na te denken voor je iets doet;
  2. werkgeheugen: het vermogen informatie in het geheugen vast te houden tijdens de uitvoering van complexe taken;
  3. emotieregulatie: het vermogen emoties te reguleren om doelen te realiseren, taken te voltooien of gedrag te controleren;
  4. volgehouden aandacht: het vermogen de aandacht erbij te houden, ondanks afleidingen, vermoeidheid of verveling;
  5. taakinitiatie: het vermogen zonder dralen met een project te beginnen, op tijd, op efficiënte wijze;
  6. planning/prioritering: de vaardigheid een plan te bedenken om een doel te bereiken of een taak te voltooien en beslissingen kunnen nemen over wat belangrijk en wat niet belangrijk is;
  7. organisatie: het vermogen dingen volgens een bepaald systeem te arrangeren of te ordenen;
  8. time-management: het vermogen in te schatten hoeveel tijd je hebt, hoe je die kunt indelen en hoe je je aan tijdslimieten en deadlines kunt houden;
  9. doelgericht doorzettingsvermogen: het vermogen een doel te formuleren, dat te realiseren en daarbij niet afgeleid of afgeschrikt te worden door andere behoeften of tegengestelde belangen;
  10. flexibiliteit: de vaardigheid om plannen te herzien als zich belemmeringen of tegenslagen voordoen, zich nieuwe informatie aandient of er fouten gemaakt worden; het gaat daarbij om aanpassing aan veranderende omstandigheden;
  11. metacognitie: het vermogen een stapje terug te doen om jezelf en de situatie te overzien, om te bekijken hoe je een probleem aanpakt; het gaat daarbij om zelfmonitoring en zelfevaluatie.

De genoemde situaties komen allemaal regelmatig voor. Enkele voorbeelden van situaties en activiteiten waarbij executieve functies een rol spelen.

  • Een jong kind kan al een korte tijd wachten zonder de orde te verstoren. (respons-inhibitie)
  • Peuters en kleuters kunnen speelgoed delen. Ze kunnen, na wat aansporing, speelgoed op de juiste plaats terugleggen. (emotie-regulatie, organisatie)
  • Een jong kind kan aanwijzingen van een of twee stappen onthouden en opvolgen. (werkgeheugen)
  • Bij bewegingsspelletjes kunnen kinderen op hun beurt wachten, afspraken onthouden en rekening houden met anderen. (meerdere executieve functies)

(bron SLO)

executieve functies thuis

Wilt u weten:
- wanneer bepaalde executieve functies zich ontwikkelen;
- waarom deze belangrijk zijn;
- hoe u deze thuis met uw kind(eren) kunt oefenen?
Klik hier voor de download "Jonge Kind - Executieve Functies".

 

 

 

Deel dit bericht